Als het aankomt op huidaandoeningen, is een dermatoloog een ware detective. De basis van hun werk is diagnostiek, die begint met een nauwkeurige inspectie van de huid. Ze gebruiken een specifiek jargon om te beschrijven wat ze zien, zoals 'macula' (vlek), 'papel' (bultje) of 'vesikel' (een blaasje). Door goed te observeren en de locatie, vorm, kleur en textuur van de huidafwijking te noteren, krijgen ze al een eerste indruk.
Naast deze visuele inspectie is de voorgeschiedenis van de patiënt ook belangrijk. De dermatoloog stelt vragen over de symptomen, hoe lang de aandoening al aanwezig is, of er familieleden zijn met vergelijkbare problemen, of de patiënt nieuwe medicijnen gebruikt of in contact is geweest met bepaalde stoffen. Soms is aanvullend onderzoek nodig, zoals een biopsie van een stukje huid voor microscopisch onderzoek, of een kweekafname om te testen op schimmels, bacteriën of virussen.
Een van de complexere aspecten van de dermatologie is de link tussen de huid en andere orgaansystemen. Veel huidaandoeningen zijn een manifestatie van een onderliggende ziekte. De dermatoloog werkt dan samen met andere specialisten om de patiënt holistisch te behandelen.
Bovendien reikt het werkterrein van de dermatoloog verder dan alleen de huid. Ze zijn gespecialiseerd in venereologie, de studie van seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA's). .
De dermatoloog kan ook gespecialiseerd zijn in flebologie (spataders) en aandoeningen van het lymfevaatstelsel. Deze expertise stelt hen in staat om een breed scala aan problemen te behandelen die direct of indirect verband houden met de huid en de structuren eronder.